Na het eerste succesvolle Schuytfestival in 2016 staat Leiden van 8 tot 10 juni weer geheel in het teken van muziek rond de stadscomponist Cornelis Schuyt, organist van de Pieterskerk en leidend figuur in het muzikale leven rond 1600. Dit tweede Schuytfestival trekt een straal van 150 jaar rond het leven van Schuyt. Een tijd waarin de Leidse Koorboeken ontstaan, de orgelcultuur in Leiden tot bloei komt, de muziekinstrumentenbouw en de muziekuitgeverij zich ontwikkelen, muziek een plek binnen de universiteit krijgt, en stad en universiteit een flinke aantrekkingskracht op componisten uit het buitenland gaan uitoefenen. Kortom een periode waarin niet alleen op economisch en wetenschappelijk vlak de zeilen bollen, maar waarin het de Leidse muziekcultuur ook stevig voor de wind gaat.
Op 9 juni brengt Praetorius met vocalisten een programma uit de Leidse Koorboeken. Deze verzameling stukken kent een bijzondere geschiedenis. Ze werden in de zestiende eeuw samengesteld voor het Getijdencollege van die kerk, een groep zangers die zevenmaal daags Gods lof zong. Ze vormen Europa’s grootste bij elkaar horende, voor één kerk geschreven, verzameling religieuze, polyfone (meerstemmige) muziek. Het geeft zo een prachtige inkijkje in wat men in de zestiende eeuw de mooiste kerkgezangen vond; werken van de beste componisten uit die tijd en ook populaire gezangen uit eerdere periodes.
Veel grote kerken hadden in die tijden koorboeken, maar slechts zes hebben de storm des tijds overleefd: die uit Leiden. De enorme boeken – ze moesten zo groot zijn omdat alle zangers uit één boek zongen – worden in het archief bewaard, eentje is in het bezit van de Lakenhal.
Het Egidius Kwartet heeft enkele jaren geleden een prachtig programma opgezet rond deze historische kunstwerken, lees hun verhaal op www.leidsekoorboeken.nl
